Leer van de praktijk
Samenwerken tussen gemeente, ontwikkelaar en energiecoöperatie is een continu leerproces. Niets is waardevoller om dan te luisteren naar ervaringen uit de praktijk. Hoe beleven coöperatieleden en andere betrokkenen de samenwerking? En moeten we ons niet eerst de hamvraag stellen of de gemeente eigenlijk wel zit te wachten op een energieproject?
Tijdens ons webinar over: ‘Samenwerken voor lokale energie’ gingen we hierover in gesprek met betrokkenen en verzamelden we nuttige tips.
Zijn gemeentes blij met een nieuwe energiecoöperatie?
Over het algemeen zijn energiecoöperaties en ontwikkelaars van toegevoegde waarde voor een gemeente. Ze kunnen tenslotte bijdragen aan het behalen van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen en zijn op die manier een compagnon. Maar dat betekent nog niet dat een samenwerking ook altijd vlekkeloos verloopt. Een veelgehoord verbeterpunt voor de gemeente is dat ze vanuit een open houding het gesprek moeten aangaan met de coöperatie. Waarbij meer gedacht wordt in mogelijkheden en minder in beperkingen.
Rob Smit van Statkraft begrijpt die wens en ook de worsteling van de gemeente: “Het is begrijpelijk dat een gemeente onderzoekt of ze de verantwoordelijkheid voor een energie-initiatief bij de coöperatie kan leggen.” Het helpt als een energiecoöperatie of ontwikkelaar plannen helder en inzichtelijk maakt. Om op die manier te bepalen of doelen haalbaar zijn.
Tips voor en door betrokkenen van een energieproject
Gemeente, ontwikkelaar of coöperatie; iedere partij heeft zwakke plekken. Maar niets wat niet versterkt kan worden. Daarom enkele waardevolle tips voor een betere samenwerking, aangedragen door experts die we tijdens de webinar spraken:
Voor de gemeente
- Maak het tastbaar
‘Energietransitie’ of ‘klimaatdoelstellingen’ zijn abstracte begrippen. Zeker voor omwonenden of leden van een energiecoöperatie. Maak deze concepten dus concreet en vertel wat de klimaatdoelstellingen betekenen. De gemeente zou per wijk of per gemeente duidelijk kunnen maken wat er opgewekt moet worden en wat het verbruik gaat zijn. De vraag is of dat rechtlijnig moet via bijvoorbeeld prestatieafspraken (zoals bij woningcorporaties) of op een andere manier. - Houd het overzichtelijk
De gemeente heeft haar eigen agenda en de verantwoordelijkheden zijn breder dan bij een energiecoöperatie. Een discussie gaat daarom nogal eens te veel over de inhoud: hoeveel hectare grond er nodig is of welke afspraken – soms letterlijk - in beton gegoten moeten worden. Zeker wanneer de energiecoöperatie op dat moment in een verkennende opstartfase zit, is zo’n gesprek dan moeilijk bij te benen. Ga met elkaar om tafel, zodat iedereen op de hoogte is van fase en kennisniveau, en houd plannen behapbaar.
“Bijt je vast in één project”
Voor energiecoöperaties
- Zorg voor focus
Leden van energiecoöperaties zijn vaak idealisten; mensen die het beste voor hebben met de aarde en het klimaat. Dat maakt een coöperatie sterk en slagvaardig. Maar te veel tegelijk willen doen ligt daarbij op de loer. Je wilt focus houden op duurzaam energie opwekken, terwijl in de gemeente ook problemen zijn rond afval scheiden of stikstofbeleid. Je kunt het niet allemaal oplossen als coöperatie. Bijt je vast in één project en probeer stap voor stap te groeien. - Geef niet op
Een energiecoöperatie krijg nogal wat op het bordje. Vertraging in besluitvorming, een andere wethouder waardoor een nieuwe relatie moet worden opgebouwd, wijziging van energiebeleid na verkiezingen, of het contact met veel verschillende partijen. De kunst is om je niet te laten overrompelen en koersvast te blijven. Een coöperatielid onderstreept: “De uitdagingen zijn groot, maar niet onoverkomelijk”
Statkraft hoort graag de verhalen van energiecoöperaties
Statkraft is blij met alle ervaringen die coöperaties, gemeentes en andere betrokkenen delen. Rob Smit van Statkraft: “We moeten openstaan voor elkaar, energiecoöperaties echt leren begrijpen. Daarmee zijn we volgens mij goed op weg. Ik nodig iedereen dan ook uit om met ons in gesprek te gaan. We komen gewoon bij je langs!”