Waar komt het geld voor een zonne- of windpark vandaan?
De oorsprong van het benodigde kapitaal – Hoe zit het nou echt?
In de discussies rondom wind- en zonneparken komt vaak naar voren dat alle winst van zo’n park naar het buitenland verdwijnt. Maar hoe zit dat eigenlijk? En waar komt het geld vandaan om een dergelijk park te bouwen? In dit artikel licht Niels van der Linden, in Nederland verantwoordelijk voor de ontwikkeling van zonne- en windenergie door Statkraft, toe wanneer kapitaal nodig is en uit welke bronnen dit komt. “Iedere fase in een project heeft andere risico’s en vraagt om andere investeringen.”
De rol van Statkraft
Statkraft is van oudsher een ontwikkelaar, bouwer en exploitant van duurzame energieprojecten en heeft op dit moment 60 MW aan wind- en zonenergie operationeel in verschillende landen. De energietransitie is volgens ons een maatschappelijke opgave zonder landsgrenzen. De bijdrage die duurzame energie levert aan een gezond leefklimaat en schone lucht is winst voor mens en dier, waar ook ter wereld.
In Nederland is Statkraft allereerst ontwikkelaar om daarmee bij te dragen aan de energietransitie, vanuit onze doelstelling meer “Pure Energy” te realiseren. Statkraft vervult echter graag een langetermijnrol in ieder project. Zoals het verzorgen van de stroomafname van een park, het onderhouden en/of beheren ervan, maar ook als investeerder in sommigen van onze eigen projecten. Die afweging maken we bij ieder project opnieuw. Op dit moment heeft Statkraft meerdere projecten in Nederland opgeleverd en zijn we nog maar bij enkele projecten co-investeerder en dus co-eigenaar van deze projecten.
Allereerst is het goed om een onderscheid te maken tussen de verschillende fasen in de levensduur van een park. Grofweg zijn er drie fasen te onderscheiden:
- Ontwikkelfase: van de start van een initiatief tot aan het moment waarop definitief besloten wordt het project te gaan bouwen
- Bouwfase: vanaf de voorbereiding van de bouw tot aan de oplevering (inbedrijfname) van het park
- Exploitatiefase: vanaf de oplevering tot aan de ontmanteling
In elke fase zijn er verschillende hoeveelheden kapitaal nodig en zijn de risico’s – en dus de rendementsverwachtingen – anders.
De ontwikkelfase
Gedurende de ontwikkelfase zijn de risico’s het grootst. Een ontwikkelaar start met niks en moet er o.a. voor zorgen dat er overeenstemming is met de eigenaar van de grond, draagvlak is bij de omgeving, de benodigde vergunningen worden verkregen, de stroom geleverd kan worden aan het net en dat de benodigde subsidie wordt verkregen. Aangezien de ontwikkelaar in deze fase het hoogste risico loopt vanwege het ontbreken van zekerheden (zoals een vergunning), moet vaak de te verwachten opbrengst ook hoger zijn, zodat geïnitieerde projecten die geen doorgang vinden daar ook uit gefinancierd kunnen worden. Het ingelegde kapitaal in de ontwikkelfase is bijna altijd eigen vermogen van de projectontwikkelaar.
De bouwfase
Als de ontwikkelfase is afgerond moet de ontwikkelaar besluiten of hij wil (en kan) investeren in de bouw van het project. Hij maakt een afweging of hij het benodigde kapitaal investeert in de bouw of liever in de ontwikkeling van een ander project. Het benodigde kapitaal in deze fase vormt veruit het grootste deel van het kapitaal dat nodig is om een volledig project tot stand te brengen.
Dankzij de huidige lage rentestanden in de kapitaalmarkten, is er veel kapitaal beschikbaar bij verschillende andere partijen, zoals private investeerders of pensioenfondsen. Deze partijen en hun kapitaal komen uit Nederland maar ook uit andere landen. Vaak bepaalt een fondsbeheerder van zo’n partij in welke projecten dit er wordt geïnvesteerd. Allen zijn zij op zoek naar investeringsmogelijkheden om nog enig rendement op hun kapitaal te kunnen krijgen. Wind- en zonneparken zijn in trek bij deze investeerders omdat ze een relatief laag risico hebben en een redelijk stabiele bron van inkomsten.
Om het eigen vermogen van deze partijen efficiënt in te zetten wordt er vaak een bank ingeschakeld die bereid is om een goedkope lening af te geven met het project als onderpand. Ook hier kunnen deze banken Nederlands zijn, maar is er ook interesse van buitenlandse banken.
In de meeste gevallen wordt tenminste 80% van de benodigde investering opgehaald via een lening van de bank. Omdat de bank – net als bij een hypotheek – het eerste recht heeft om het ingelegde kapitaal terug te krijgen, kan deze het in de huidige kapitaalmarkten goedkoop financieren.
Het overige benodigde kapitaal komt via de fondsbeheerder van het eigen vermogen van een investeerder. Alles wat er na aftrek van alle kosten overblijft is het rendement voor de investeerder. Dit rendement is in de afgelopen jaren gedaald. Enerzijds door de toename van concurrentie tussen investeerders, anderzijds omdat de bouwkosten van een wind- en zonnepark minder hard dalen dan in het verleden en de subsidie in korte tijd snel gedaald is.
Gezien de ambitie en afspraken van het Klimaatakkoord is het te verwachten dat in de toekomst bij een toenemend aantal parken het eigen vermogen afkomstig zal zijn van lokale energiecoöperaties. En dat er minder kapitaal nodig zal zijn van andere investeerders.
Exploitatiefase
Als een project eenmaal opgeleverd en operationeel is, zijn er behalve kosten ook inkomsten uit de verkoop van de geproduceerde stroom en daarbovenop subsidie voor iedere kWh geproduceerde groene stroom. Tijdens deze fase heeft een park in principe geen aanvullend kapitaal nodig en worden de kosten direct uit de onderneming betaald. Alleen bij onverwachte grote tegenslagen kan het nodig zijn om extra kapitaal in te brengen.
Waar gaat de winst heen?
Bij de ontwikkeling van wind- en zonneparken zijn vele verschillende partijen betrokken. Onder andere de grondeigenaar, de ontwikkelaar, de bank, de investeerder, een lokale coöperatie, de turbinefabrikant of producent van de zonnepanelen, de netbeheerder, de civiele ingenieurs en het onderhoudsbedrijf. Allen bieden zij hun land, producten, diensten en kapitaal aan om later te kunnen delen in de winst. Ieder van deze partijen kan in principe puur Hollands zijn of uit het buitenland komen; er is geen regelgeving die daarover gaat. Deze partijen, ongeacht hun oorsprong en wat ze met de winst doen, dragen allemaal bij aan de energietransitie in Nederland.
Samen voor een sterke branche
Als ontwikkelaar, bouwer en exploitant van wind- en zonneparken is Statkraft lid van de brancheverenigingen Holland Solar en de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA). Daarmee onderschrijven wij de gedragscodes die zij hebben opgesteld voor wind- en zonneparken op land. Die sluiten naadloos aan bij onze ambitie om op een duurzame manier bij te dragen aan de energietransitie, met oog voor mens en natuur.