
Decentraal energiesysteem vraagt om beleid
In juni verscheen de Kamerbrief over een decentraal energiesysteem. De brief schetst op positieve wijze hoe lokale opwek van elektriciteit de lokale vraag deels kan bedienen en zo netcongestie kan verminderen. Nu nog concreet positief sturend beleid. Op dat punt werd de Kamerbrief helaas nog niet concreet.
Wat is een decentraal energiesysteem?
Een decentraal energiesysteem is een systeem waar zoveel mogelijk op de juiste momenten lokaal, in de vraag naar elektriciteit voorzien kan worden. Hoe meer dat lukt, hoe ‘dunner’ de aansluiting van een wijk of bedrijventerrein richting het hoofdnet kan blijven. Dit betekent dat bedrijven die nu op de wachtlijst staan bij de netbeheerder eerder bedient kunnen worden en dat bepaalde netverzwaringen overbodig blijken.
Het systeem bestaat uit een aantal elementen: allereerst installaties voor lokale opwek van elektriciteit. Dit zijn uiteraard zonnepanelen en een nabije windmolen, maar mogelijk ook een groen gasgenerator voor zekere stroomlevering gedurende de laatste uren in een windstille en donkere week. Bij deze opwek hoort (batterij-)opslag, om opwek en gebruik over de uren en dagen goed te matchen. Last but not least zullen de bedrijven of huishoudens waar mogelijk met elkaar het elektriciteitsgebruik in tijd wat moeten sturen. Bijvoorbeeld door in te stellen dat het laden van voertuigen op momenten plaatsvindt dat de zon schijnt of dat het overig gebruik laag is.
De voordelen
De bovengenoemde Kamerbrief is duidelijk over de voordelen: “Door regionaal en lokaal vraag en aanbod van energie beter op elkaar af te stemmen en op te slaan is er bovendien minder transport van energie en dus aanleg van infrastructuur nodig.” Dit voordeel is zeker nu heel belangrijk. Het elektriciteitsnet is in grote delen van Nederland vol en de uitbouw kost tegen de 200 miljard tot 2040, zo becijferde een onderzoek van de Rijksdepartementen eerder dit jaar.
Voordelen zijn landelijk, inspanning ligt lokaal
Een decentraal energiesysteem levert landelijk dus voordelen op. De benodigde inspanning en kosten om hiertoe te komen liggen echter lokaal. Bijvoorbeeld bij bedrijven die afspraken maken over het afstemmen van het elektriciteitsgebruik, over een eigen windmolen, zonnepanelen en over opslag. Of bij huishoudens die georganiseerd overgaan op het laden van elektrische auto’s op momenten dat de zon schijnt of wanneer er weinig ander elektriciteitsgebruik is. Of bij een gemeente die met bewoners afspraken maakt dat de wijk deels gevoed wordt vanuit een nieuwe windmolen en een zonnepark.
Het lokaal opwekken en afnemen van elektriciteit is dus goed nieuws voor de landelijke netkosten maar leidt nog niet automatisch tot een lagere energierekening voor wie de inspanning levert.
Opgave voor het beleid: prikkels voor een decentraal energiesysteem
De Kamerbrief erkent bovenstaand dilemma en benoemt expliciet: “Decentrale ontwikkelingen komen niet van de grond zonder robuuste financiering”, maar wordt nog nauwelijks concreet. De plannen voor tijdsafhankelijke nettarieven worden benoemd, zo ook de omvorming van de SDE++ naar een Contract for Difference systeem. Deze beleidsontwikkelingen zorgen wellicht voor een betere landelijke afstemming van vraag en aanbod in tijd, maar niet voor een decentraal energiesysteem. Daarvoor zijn aanvullende maatregelen nodig:
1. Mengen van functies
Allereerst ligt er een opgave voor het ruimtelijk beleid om functies te mengen: bedrijven met een gebruikspiek onder werktijd nabij huishoudens met een piek in de avond, met ook invoeding op dit netvlak vanuit windmolens, zonneparken en batterijen. De geplande landelijke afstandsnormen voor wind en strenge regels voor zonneparken werken hier juist contrair.
2. Optie voor groepsaansluitingen
Een woongebied zou de optie moeten hebben voor een groepsaansluiting met een lager nettarief, indien de gezamenlijke afnamepieken laag blijven door onderlinge afstemming van de vraag en door combinaties met opwek en opslag.
3. Financiële stimulans lokaal gebruik
Een bedrijf dat een groot deel van zijn stroom van een nabijgelegen wind-zonnepark betrekt zou hier een voordeel voor moeten terugzien bijvoorbeeld in de vorm van lagere nettarieven. Zoals de Kamerbrief noemt wordt dit in enkele andere EU-landen reeds toegepast.
4. Stimuleer en compenseer congestiemanagement
Flexibiliteit omwille van netcongestie heeft nog nauwelijks een prijs in ons land: het geldt enkel voor grote bedrijven en de betalingen zijn vaak te laag en weinig aantrekkelijk. Het ligt voor de hand dat netbeheerders dergelijk congestiemanagement ruimer toepassen en ruimer betalen.
Het is dus heel goed dat de minister van KGG de waarde van een decentraal elektriciteitssysteem ziet. De volgende stap is naar concreet en stimulerend beleid. Nederland is er klaar voor, maar het gebeurt niet vanzelf.